zondag 27 maart 2016

Genetische informatie: welkom bij elkaar

Bron: www.diysect.com

Deze week is er bij ReaGent de vertoning van Genocracy, een aflevering van de documentaire reeks DIYSECT. De aflevering zal zeker en vast dienen als een goede voedingsbodem voor discussies nadien. Deze blogpost is een korte inleiding.

Genetische informatie

Genocracy bekijkt enkele implicaties van de technologische vooruitgang op vlak van DNA technologie. Door technologische sprongen is het ondertussen mogelijk om in detail en tegen een lage kost ieders genetische code te ontcijferen. Deze informatie kan gebruikt worden voor medische toepassingen, verwantschapstesten, het opstellen van stambomen, archeologie en evolutieleer. Deze zijn van immense waarde voor het begrijpen van de mens.

Door bedrijven als 23andme is een DNA analyse even eenvoudig geworden als een pizza thuis laten leveren. Het prijskaartje ($99 op 26.03.2016) is nog net niet gelijk aan dat van een pizza, maar het scheelt niet zo gek veel meer. Enkele weken later krijg je een mooi vormgegeven overzicht van kenmerken die kunnen afgeleid worden uit jouw DNA. Denk aan kankers en aandoeningen zoals Crohn’s, maar ook persoonlijkheidskenmerken zoals verslavingen. Bij elk kenmerk krijg je een percentage die aangeeft hoe vatbaar je ervoor bent.

Welkom aan jezelf, bij jezelf. Bron: www.23andme.com
Deze informatie kan je bv. de gemoedsrust geven dat jij al dan niet drager bent van een ziekte die in de familie loopt. Als je vatbaar blijkt voor een aandoening, kan je je levensstijl aanpassen en voorzorgen nemen. Het kan een belangrijke rol spelen in je beslissing om kinderen te krijgen.
Mensen kunnen echter ook overreageren en drastische, onnodige veranderingen doorvoeren in hun leven. Het kan een gevoel van voorbestemming creëren bij zij die gevoeliger zijn aan percentages. De ene is gerustgesteld met een 5% kans op prostaatkanker, de ander ligt wakker van zijn 1%. Ook genetische discriminatie, waarbij je gediscrimineerd wordt op basis van je DNA, is sinds enkele jaren actueel.

DNA koopjes

Het addertje van de lage prijzen van zulke DNA analyses zit in de informatie die je DNA kan bevatten. Eens je die informatie op één of andere manier uit handen geeft, heb je geen controle meer over wat ermee gedaan wordt. Net als je vakantiefoto’s en zoekacties, wordt ook je genetische informatie bewaard.

Sommige DNA analysebedrijven verkopen de genetische informatie die ze verzamelen door aan de farmaceutische industrie, maar dat kunnen ook andere bedrijven zijn. Wat als je verzekeringsmaatschappij weet dat je een genetische aanleg hebt voor thrillseeking? Of als bedrijven te weten komen dat je vatbaar bent voor bepaalde verslavingen en je opeens verdacht veel reclame voor alcohol te zien krijgt wanneer je surft. In de digitale technologie wordt er soms gezegd “if you’re not paying, you’re the product”. In het geval van 23andme betaal je bij om het product te mogen zijn.

Open source

Een andere insteek is die van het Personal Genome Project. Dit stelt mensen in staat om hun genetische informatie publiek te maken. De eerste open source mensen lopen al rond. Welcome to us.

Bron: www.openhumans.org
Bedrijven kunnen gebruikmaken van deze genetische data, maar de informatie op zich valt niet te verkopen. Bovendien kan de informatie gebruikt worden door iedereen, zij het om wetenschappelijk onderzoek vooruit te helpen of om gezichten te reconstrueren als kunstproject.

Gaan we naar een toekomst van cosmo-localization toegepast op de mens, met globale genetische informatie over lokale mensen? Wordt genetische informatie de belangrijkste common die we hebben als mensheid? Dit artikel gaat dieper in op genetische informatie als common en op hoe we omgaan met intellectueel eigendom van genetische informatie.

Er zijn verschillende mogelijkheden hoe we kunnen omgaan met DNA technologie. Los van welke optie de beste is, moeten mensen in elk geval geïnformeerd zijn. Dit is belangrijk om weldoordachte beslissingen te nemen of om te kunnen participeren in een discussie. Het is aan wetenschappers om de zaken duidelijk uit te leggen en toegankelijk te maken voor het bredere publiek.


Misbruik en negatieve gevolgen zijn niet eigen aan de keuze die we maken, maar aan de manier waarop we die keuze gebruiken.

dinsdag 22 maart 2016

100% gedeelde mobiliteit

Ik  ging er al een tijdje mee de boer op: Een ambitieus concept (heel erg ambitieus): Zero Ownership Zones. Buurten zonder autobezit.

Na wat marketingadvies (positieve framing) heb ik de term aangepast, sindsdien spreek ik over "Quality neighborhoods". Stel je voor: een buurt met 100% gedeelde mobiliteit. Een buurt waarin we niet inboeten op mobiliteit, maar we rationeel omgaan met het aantal auto's. 100% realistisch, lijkt me.

Waar ik dit concept aftoetste weekte ik nogal reacties los. Het is behoorlijk controversieel. Vandaar ook dat de resolutie van de regering ook geen timing, of concrete stappen voorstelt. De regering stelde via een perscommunicatie dit concept voor: De meerderheidspartijen willen naar een revolutionaire vorm van mobiliteit evolueren. "Dankzij de opkomst van de zelfrijdende auto worden autovloten voor collectief gebruik denkbaar, waarbij de gebruiker per kilometer zou betalen in plaats van zijn auto aan te schaffen", zo staat er in de resolutie

maandag 21 maart 2016

Mag ik nog fouten maken? De toekomst en dilemma’s van online reputatie.

(dit artikel verscheen eerder op Marketingfacts.nl)

Hoe belangrijk mag online reputatie zijn? Op internet maken steeds meer mensen gebruik van marktplaatsen waar zij met vreemden transacties aangaan. Zo kun je je huis verhuren via Airbnb, instappen bij een particuliere chauffeur via Uber of investeren in een toffe gadget op Kickstarter. Dat is best spannend, want op internet is iedereen in principe anoniem en je weet dus niet van te voren of je iemand kunt vertrouwen. In de loop der tijd hebben deze marktplaatsen talloze oplossingen bedacht om vertrouwen te wekken.


Controlesystemen
Zo vragen websites om ID-checks, Facebook-koppelingen en andere verbindingen met bestaande controlesystemen. Dit is slechts het begin. Na iedere transactie beoordelen de vraag- en aanbodzijde elkaar. Hoe was het verblijf in het huis? Was de logé een nette gast? Vaak kun je dit aangeven met een korte tekst (review) of een bepaald aantal sterren.


De platformen vinden deze controles en beoordelingen blijkbaar nog niet genoeg. Zo kondigde Uber onlangs aan de gps-data op de telefoon van chauffeurs te gebruiken
om de rijvaardigheid te monitoren en waar nodig zelfs in te grijpen. Kroodle, een initiatief van verzekeraar Aegon, heeft een soortgelijk product op de markt gezet. Hoe ‘rustiger’ je rijdt, hoe meer korting aan het eind van de maand op je autoverzekering. De eerste poot onder het collectiviteitsprincipe van verzekeringen is onder de stoel vandaan gezaagd. Nu gaat het nog om korting, maar je snapt dat dit slechts het begin is.


Steeds verder
Reputatie- en waarderingssystemen zullen steeds meer gebruikt worden. Ze worden voor meer zaken ingezet en databases (data uit apps, maar ook koppeling met bankrekening, profiel en gedrag van vrienden, etc.) worden met elkaar verbonden. Hoe meer informatie je hebt over gebruikers, hoe beter het reputatieprofiel. Met zo'n persoonlijk profiel kun je slecht gedrag straffen met uitsluiting en goed gedrag belonen met meer toegang en privileges. Transparantie in handelswijzen ontbreekt, gewenst gedrag wordt gestimuleerd en eenmaal buiten de boot gevallen is dikke pech. En het wordt allemaal steeds makkelijker via automatische algoritmes.


De systemen die websites nu gebruiken, zijn nog in een prille fase. Je zou zeggen je met een systeem op basis van vijf sterren best goed bezig bent als je een score van vier hebt. Toch ben je als je bij Uber op de strafbank beland als je minder dan 4,6 sterren hebt. En dat terwijl de chauffeur geen volledige controle heeft over de beleving van de klant. Slecht weer, een file, ongeluk of problemen met de app hebben direct invloed op de eindscore. Daarnaast zullen zuinige Nederlanders waarschijnlijk gemiddeld een lagere score geven dan joviale Amerikanen. Heeft de klant een dag later spijt van zijn lage beoordeling, dan is het niet mogelijk om de waardering te herzien.


Schizofreen
Hoe beter en completer de online reputatie, hoe groter de kans op werk voor Uber-chauffuers. Deze reputatie wordt opgebouwd uit waarderingen over kleine opdrachtjes. Een Uber-chauffeur zal iedere werkdag een keer of twintig worden ‘gewaardeerd’. Natuurlijk ga je voor een optimale klantbeleving, maar vraag je eens af wat dit met jou als mens doet. Het continu moeten pleasen, geen fouten mogen maken, je gedrag aanpassen aan de standaard die Uber als merk neer wil zetten. Geen enkele ruimte om te experimenteren. Afwijkend gedrag loopt een grote kans te worden afgestraft, met uitsluiting tot gevolg. Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik zou hier compleet schizofreen van worden.


Wie bepaald wat 'goed' is?
Eerder gaf ik al aan dat de systemen niet perfect zijn. Dat zit niet alleen in de techniek, maar ook in de interpretatie van wat 'goed' en wat 'slecht' is. Dit is namelijk situationeel gebonden. Wanneer ik met mijn kinderen in een Uber stap, wil ik dat de chauffeur rustig rijdt, maar als ik alleen ben en een vliegtuig moet halen, dan zal ik een pittige rijstijl alleen maar waarderen. In beide gevallen zullen gps-algoritmes de chauffeur straffen -hij of zij rijdt immers of veel te langzaam of te snel- maar ik als klant ben reuze tevreden. Huur je een schoonmaakster via een bemiddelingsplatform als Helpling, dan kom je dezelfde dilemma’s tegen. Wat is een goede schoonmaakster? De een hecht veel waarde aan punctualiteit, de ander aan de schoonmaakkwaliteiten of een gezellig praatje.


Hoe belangrijk is vertrouwen?
Platformen zeggen dat het creëren en monitoren van vertrouwen een van hun belangrijkste toegevoegde waarden is. De vraag is alleen: wordt het belang van online reputatie niet te veel opgeblazen? Ratings zijn gebaseerd op rationele data, terwijl wij als mens geen rationele beslissingen maken. Ik koop een huis ver boven de vraagprijs op mijn onderbuikgevoel en laat een relatief onbekende op mijn meest kostbare bezit -mijn kinderen- passen wanneer ik een avondje met mijn vriendin ga dineren. De platformen doen ons geloven dat online vertrouwen heel belangrijk is, zie ook dit korte fragment



Zij hebben hier ook belang bij: het feit dat jij een vreemde niet zomaar vertrouwt (de standaard = wantrouwen) heeft een grote invloed op hun bestaansrecht. Wat zou er gebeuren wanneer we de standaard op ‘vertrouwen’ zetten?


Het is belangrijk om ons dit af te vragen. Zoals eerder gezegd zullen reputatiesystemen voor veel meer zaken gebruikt worden. En dat kunnen goede, maar ook slechte of discutabele doelen zijn.


Sesame Score
Zo kan reputatiedata ondernemers zonder kredietverleden in minder ontwikkelde landen helpen om een lening te krijgen. Maar het kan ook de andere kant op gaan. Filosoferend over de mogelijkheden kom je al snel terecht bij scenario’s die in het boek ‘The Circle’ van Dave Eggers worden beschreven. Het lijkt erop dat de fantasie van de schrijver door de werkelijkheid is ingehaald. Eind december vorig jaar werd bekend dat China een nationale online reputatiescore ontwikkelt: de Sesame Score. Doordrenkt met slimme gameification-technieken. Nu nog optioneel, maar vanaf 2020 verplicht voor de gehele bevolking. The Independent zocht uit hoe dit systeem werkt: “The system measures how obediently citizens follow the party line, pulling data from social networks and online purchase histories.” (China has made obedience to the state a game) En dan is een scenario als in The Circle opeens heel erg dichtbij.


Vormgeven van de toekomst
Daarom is het tijd om na te denken over de reputatiesystemen van de toekomst. Over eigenaarschap van data: reputatiedata is goud -of beter gezegd: lijm- voor platformen. Daarom zal de interpretatie van deze data nooit objectief zijn, maar ten gunste van het (verdien)model van het platform.

Verder moet iedereen kunnen leren van zijn fouten. De huidige systemen staan dat niet toe. Daarom moeten we nadenken over een systeem dat rekening houdt met de ontwikkeling van de mens op de lange termijn. Een systeem waar ruimte is ingebouwd voor fouten en waar je het recht hebt te experimenteren en misstappen vergeten kunnen worden. Omdat we anders in een situatie terecht komen waar afwijkend gedrag, gedrag dat al eeuwen heeft geleid tot nieuwe innovaties en de groei van het zíjn van de mens, in de kiem wordt gesmoord.

dinsdag 15 maart 2016

Biologie als instrument voor verandering

ReaGent is een vzw die biowetenschappen toegankelijker maakt. Onder de biowetenschappen vallen onder andere biotechnologie, landbouw en voedingstechnologie. We doen dit door kennis en infrastructuur te delen. Met het kennisdelen maken we biowetenschappen begrijpelijk op een praktijkgerichte en maatschappelijk relevante manier. Dit gebeurt door peer-based learning in het gedeelde labo en via de open source community. Daarnaast organiseert ReaGent ook actief workshops voor kinderen en volwassenen.

De infrastructuur is het gedeelde Do-It-Yourself labo, waar de toestellen en materialen aanwezig zijn om aan biowetenschappen te doen. Kennis wordt zo in de praktijk omgezet en de infrastructuur doet dienst als instrument voor het maken.

Het Open Insulin Project. Bron: Open Insulin Project.

Dat er veel potentieel zit in biowetenschappen als instrument bewijzen de citizen scientists, de burgers zelf. Voorbeelden zijn het Open Insulin Project of Open Source Bioreactors. Beetje bij beetje ontdekken mensen mogelijkheden om autonoom aan wetenschap te doen. Om te beslissen hoe en waarvoor wetenschap waarde kan creëren in hun dagelijkse leven. En om te beslissen wat er met de kennis gebeurt nadat die ontdekt is.

Citizen science

Citizen science is tot voor kort op de achtergrond geraakt. Ze genoot vroeger geloofwaardigheid en produceerde ook erg waardevolle kennis. Denk aan Isaac Newton en Benjamin Franklin. Zelfstandig aan wetenschap doen was echter meestal weggelegd voor de rijksten, die de middelen hadden hiervoor. Maar met meer en meer wetenschappelijke en technologische vooruitgang, werd het ook voor hen moeilijker zichzelf van de nodige infrastructuur te voorzien om nog waardevol onderzoek te doen. De institutionalisering van onderzoek leidde ertoe dat citizen science langzaamaan niet meer serieus genomen werd. De stimuli om ermee te beginnen waren weg. De mensen vertrouwden in het systeem om vooruitgang te brengen en dat die vooruitgang tot bij hen zou komen en ondubbelzinnig positief zou zijn.


Hubblesite: citizen science projecten om de ruimte te verkennen. Bron: hubblesite.org

Sinds enkele jaren is er een shift in perspectief. Citizen science begint zijn aantrekkingskracht terug te vinden. Mensen vertrouwen niet meer blindelings in het systeem. De beloofde ondubbelzinnige voordelen blijven uit. Biowetenschappers hebben ingezien dat hun jonge onderzoeksveld dezelfde fouten maakt als andere industrieën. De gevolgen van die fouten worden vandaag nog sterker geamplificeerd dan vroeger, door de ongeziene schaal en connecties in onze samenleving vandaag. 

Katalysator

Een mogelijke oplossing voor deze fouten heeft zijn wortels in technologie. Gedecentraliseerde productie stelt ons in staat om de instrumenten voor biologie zelf te maken. Zo zijn onder andere 3D-printing en laser cutting de katalysators geweest om autonoom aan biowetenschappen te doen. 

Globale kennis, met lokale infrastructuur. Iemand in België kan met een brooddoos en wat elektronica een gelelektroforesetoestel maken die iemand in Australië ontworpen heeft. Do-It-Yourself biolabo’s kunnen ingericht worden voor een fractie van de vroegere kost. Voorheen was het voor een biowetenschapper nagenoeg onmogelijk om los van instituten zijn kennis nuttig maken ten dienste van de gemeenschap.

Daarnaast is de klassieke industrie rond biowetenschappen traag en log geworden. Lange dagen kloppen in een labo voor een onderzoek zonder kans op resultaat binnen de 5 jaar, begint te knagen, zelfs als het loon royaal is. De gouden kooi verliest zijn charme. De experts die er werken hebben nood aan een frisse wind en een verse portie ideologie.

De industrie bevat bovendien veel inefficiënties. Zoals toestellen die jarenlang niets staan te doen in labo’s, tot ze uiteindelijk afgevoerd worden. Strenge standaarden zorgen ervoor dat de kleinste afwijking reeds genoeg reden is om een toestel aan de kant te zetten. Steeds sneller veranderende technologie maakt toestellen vaak al na enkele jaren irrelevant, doordat er steeds nieuwer en beter beschikbaar is. Dit zijn geen uitzonderingen: het gebeurt in elk labo en op grote schaal. Deze toestellen zijn nog perfect bruikbaar voor citizen scientists. Voor een bedrijf of universiteit zijn ze waardeloos of zelfs een blok aan het been. Voor een DIY biolabo zoals ReaGent vormt het een goudmijn. Het is een win-win: het bedrijf is opgeruimd en wij kunnen er waardevolle dingen mee doen.

Drie antieke, werkende incubatoren (broedstoven voor bacteriën) die we gered hebben uit een kelder.

Kennis

Biowetenschappen zullen in de toekomst een fundamentele rol spelen in onze samenleving. Denk maar aan biodegradeerbare materialen, nieuwe vormen van landbouw en nieuwe vormen van energie of licht. Om de evolutie naar een duurzame samenleving te versnellen en te vergemakkelijken, geeft ReaGent de mensen een basis in biowetenschappen mee. Een basis die vele vormen kan aannemen naargelang de persoon, maar steeds enkele gemeenschappelijke kenmerken heeft: ze vertrekt vanuit interesses en nieuwsgierigheid en ze wordt gekaderd binnen een maatschappelijke context.

Geletterdheid in wetenschappen is bovendien belangrijk om een correct en kritisch beeld te vormen van de veranderingen die op ons afkomen. De grenzen van het mogelijke op vlak van biologie worden elke week verlegd. Deze grensverleggingen hebben vaker dan in andere onderzoeksvelden direct betrekking op de mens en zijn lichaam. De prijs om een menselijk genoom volledig te ontcijferen is de afgelopen jaren onwaarschijnlijk snel gedaald. Als je huisarts binnen 10 jaar gebruikmaakt van deze technologie, dan ben je liefst op de hoogte van de gevolgen.

De prijs om het volledige DNA van een mens te ontcijferen is de laatste jaren drastisch afgenomen. Bron: www.genome.gov
Een evenwichtige verdeling van kennis is noodzakelijk om te verzekeren dat belangrijke beslissingen genomen worden op basis van een open debat. De kennis moet open zijn om in evenwicht te zijn. Maar ze moet ook toegankelijk en dus begrijpelijk zijn. Vergelijk het met een open pretpark met gratis ingang: als er geen weg naartoe gaat, dan hebben slechts weinig mensen er iets aan.

We hebben de digitale revolutie nog niet eens heelhuids overleeft en de biologische revolutie is al gestart. Deze biologische revolutie kan de mens als organisme en als onderdeel van een ecosysteem fundamenteel wijzigen. Ze kan nóg sneller gaan dan de digitale. We hebben er alle belang bij om voorbereid te zijn.

ReaGent

Mensen met gelijk welke voorkennis kunnen bij ReaGent terecht. Als beginner die wilt bijleren over biowetenschappen zal je snel de knepen van het vak leren. Als biowetenschapper kan je aan de slag met de toestellen die er zijn en je eigen onderzoek beginnen. Kunstenaars pikken biologie meer en meer op als medium. In het labo als ontmoetingsplaats ontstaan interessante samenwerkingen tussen disciplines.
Misschien heb je een eigen idee dat je wilt onderzoeken, maar je kan evengoed meewerken met iemand anders of geïnspireerd worden door de mogelijkheden die het labo biedt. ReaGent helpt je in elk geval om het mogelijk te maken.


[Verslag] Assembly of the Commons II/2: Rogier De Langhe

Elinor Ostrom deed heel wat onderzoek naar commons en welke motivaties daar achterzitten. “Dat klinkt normaler dan het is, want in het traditionele model van een vraag-en-aanbod-economie, is een common onmogelijk”, licht Rogier De Langhe toe. “We noemen dat de tragedy of the commons. Terwijl de conclusie van Ostrom duidelijk is: “commons bestaan wel." Hoe zit dat dan, en hoe past dat in economisch denken? Dat was de rode draad door deze tweede ‘Assembly of the commons’ op dinsdag 8 maart in Timelab Gent.

Goed, een avond met een wetenschapper, zeker met een filosoof, moét wel beginnen met een vraag tot definitie: wat is een common? Volgens Rogier is dat een platform om samen dingen te doen met drie elementen:
  • platform: afspraken en regels (impliciet of expliciet)
  • samen: niet individueel, common heeft maar zin indien het geheel meer is dan de som van de delen
  • doen: productieve activiteiten
En na de definitie: de vraagstelling. Die luidt, enigszins verrassend, niet zozeer of commons wel bestaan, maar eerder ‘waarom zijn we ze vergeten’? En daaraan gekoppeld ‘vanwaar de hernieuwde interesse’?


De schaarste van een goed bepaalt zijn prijs en het feit of je dat goed kunt afsluiten bepaalt of je die prijs kunt afdwingen. Dat vat zichzelf samen in onderstaand kwadrant: 


Private goederen zijn afsluitbaar (exclusief) en niet gedeeld (rivaal). sinds de industriële revolutie hebben we een verregaande vorm van commodificatie, waardoor de economie zich steeds meer is gaan richten op die private goederen. Ook je eigen tijd ontsnapt er niet aan: een job is niet meer dan uren van jou verkopen voor een loon.
Commons zijn vergeten door diezelfde commodificatie. Ze komen terug door digitalisering.
Dat komt door een paar revoluties die hand in hand gaan:

  1. zero marginal cost revolution: van schaarste naar overvloed. Digitale goederen kosten niet meer als je er meer van maakt (fysieke goederen worden goedkoper, maar eens je meer fabrieken moet bouwen worden ze weer duurder). Dat geldt trouwens niet alleen voor digitale producten. Neem nu een deelauto: het is niet omdat dat een fysiek object is, dat het niet digitaliseerbaar is. Je hebt niet de last en de kost van het auto bezitten. De informatie die je daarvoor nodig hebt, vloeit digitaal door. Vroeger had je voor iets als Cambio veel meer mensen nodig om bijvoorbeeld de backoffice te organiseren, en zou dat gewoon niet betaalbaar zijn.
  2. network revolution: van afsluitbaar naar niet-afsluitbaar, zoals in:
  • Van video naar Netflix 
  • Van cd naar Spotify
  •  Van reisbureau naar Booking.com
  • Van bibliotheek naar torrents
De combinatie van de zero marginal cost revolutie en de netwerkrevolutie in de “digitale revolutie” maakt heel wat zaken in onze maatschappij overvloediger en heel wat regels en afbakeningen minder afdwingbaar. Voor het eerst sinds de Industriële Revolutie lijkt het patroon van vooruitgang door steeds verdergaande commodificatie doorbroken. Dat op zich al is voor Rogier De Langhe een indicatie van het belang van de veranderingen die zich momenteel aan het voordoen zijn. "De consumptiemaatschappij is er niet altijd geweest en hoeft er ook niet altijd te zijn."

De volgende Assembly of the Commons vindt plaats op dinsdag 12 april vanaf 19u bij Triodos Bank, Steendam 8 in Gent. Tine Hens zal het er met ons hebben over “klein verzet”. 

Assembly of the Commons II/3: Tine Hens

Journaliste Tine Hens trok vorig jaar door Europa, waar talloze mensen mensen op zoek zijn naar een andere economie. Ze werken aan menselijke alternatieven voor concurrentie en groei. Ze schreef er ook een boek over: Het Klein Verzet. In dat boek neemt ze de lezer mee langs vergeten utopieën, ze vertelt het verhaal van mensen die van Denemarken tot Griekenland en van Groot-Brittannië tot Letland heel hard trappen om niet zo snel vooruit te gaan. Maar die op hun manier wel hun straat, wijk, dorp of stad een andere richting op duwen. Ze maakte een tocht langs vergeten utopieën, langs boeren die elektriciteit verkopen, langs ingenieurs die boeren werden, langs kiwi’s van eigen kweek, langs mensen die hebben en kopen inwisselden voor ruilen, delen en geven.

Hoe zou de wereld na het kapitalisme eruit zien? Wat betekent het om plots groei als maatstaf der dingen los te laten? En hoe zou een andere mogelijke maatstaf kunnen ogen? Wat als we met z’n allen beslissen dat niet de economie ons bepaalt maar dat wij de economie zijn? Op onze volgende Assembly of the Commons gaan we samen met Tine op zoek naar antwoorden op deze vragen.

Triodos Bank Gent is deze maand onze gastheer. Deze Assembly zal doorgaan op 12 april vanaf 19u op hun kantoor op de Steendam (no.8) in Gent. De plaatsen zijn beperkt, daarom is vooraf inschrijven noodzakelijk. Schrijf je hier in.


Programma
19u00 – 19u30: Onthaal
19u30 – 21u: Interactieve bespreking ‘Het klein verzet’ door Tine Hens
21u – 22u: Receptie


De Assembly of the Commons in Gent is een maandelijks event voor wie actief is in de commons/p2p/deeleconomie. In een informele setting ontvangen we onze spreker, waarna ruim tijd is voor debat en dialoog. Triodos zal zo vriendelijk zijn om ons dan ook een glaasje aan te bieden.  

Lees hier het verslag van onze vorige Assemblies met Peter Rosseel over digitale verandering en Rogier De Langhe over Elinor Ostrom en commons.  

 Bekijk hier de volledige agenda van de Assembly of the Commons voor het voorjaar 2016.


vrijdag 11 maart 2016

ReaGent: opening van een gedeeld biolabo

ReaGent is een nieuw community biolabo in Gent, het eerste in Vlaanderen. Het is een platform dat biowetenschappen toegankelijker maakt. Onder de biowetenschappen vallen onder andere biotechnologie, landbouw en voedingstechnologie. 

ReaGent democratiseert de toegang tot biowetenschappen door de nodige kennis, toestellen en materialen te delen. Zo worden mensen bekend met biowetenschappen, die een fundamentele rol zullen spelen in de duurzame samenleving van de toekomst. Dit kan gaan van een dieper begrip van je moestuin, tot een betere manier om kombucha te kweken of om je eigen afval te verwerken.

Op zaterdag 12 maart vieren we de afwerking van het labo en is er een opendeurdag. Iedereen is welkom om het labo te bekijken en om te zien waar de leden zoal mee bezig zijn. Wie wil, kan natuurlijk zelf ook aan de slag!

Afspraak op zaterdagnamiddag 11 maart van 14u tot 19u in de Brusselsepoortstraat 97.

Ritdeelplatform wordt parallelle spoorwegmaatschappij: BlaBlaCar

BlaBlaCar werd ontwikkeld in Frankrijk maar is ondertussen actief in 19 landen onder namen zoals mitfahrgelegenheit.de en carpooling.com. Dit filmpje is een visualisatie van de ritten uitgevoerd door BlaBlaCar over de periode van een week. De visualisatie toont in feite de ongebruikte capaciteit die toch kan worden ontgonnen dankzij een digitaal platform.


BlaBlaCar is vooral interessant voor langere ritten tussen steden. Het vervult dus dezelfde functie als de trein, zonder dat er stations, spoorwegen, seinhuizen en overwegen voor nodig zijn. Het aantal extra passagiers dat ermee wordt vervoerd is ondertussen ook van eenzelfde grootteorde.

BlaBlaCar heeft in feite een parallel spoornetwerk gebouwd, zonder één enkele investering in staal of beton. Dit illustreert hoe deeleconomie zorgt voor vooruitgang niet zozeer door steeds te groeien, maar door meer te doen met wat we al hebben.

vrijdag 4 maart 2016

Assembly of the Commons II/2: Rogier De Langhe




Volgende week houden we een nieuwe Assembly of the Commons. Spreker deze maand is Rogier De Langhe over Elinor Ostrom en de Commons. De Assembly gaat door in Timelab op 8 maart om 20u. Voor een korte beschrijving, check ons Facebookevent.

De Assembly of the Commons in Gent is een maandelijks event voor wie actief is in de commons/p2p/deeleconomie. In een informele setting ontvangen we een spreker, waarna ruim tijd wordt gemaakt voor dialoog en netwerking. 

Lees hier het verslag van onze vorige Assembly met Peter Rosseel over digitale verandering 

 Bekijk hier de volledige agenda van de Assembly of the Commons voor het voorjaar 2016.  


ABSTRACT:Economen veronderstellen dat mensen elkaar zullen bedriegen wanneer ze de kans krijgen. Speltheoretische modellen tonen met wiskundige zekerheid dat wanneer mensen samenwerken, verraad de enige rationele optie is. Dit verklaart onder meer de “tragedy of the commons” waarbij boeren uit eigenbelang hun gemeenschappelijke weiden laten verkommeren.

De centrale instituties in onze maatschappij zijn gebouwd op dat wantrouwen. De oplossing voor de tragedie was namelijk de creatie van eigendomsrechten. Rationele individuen dragen immers wel zorg voor hun eigen bezit. Om die bezittingen te verhandelen werden markten gecreëerd en om die goed te laten functioneren waren contracten nodig. Eigendomsrechten en contracten afdwingen en nieuwe markten openen werd vervolgens de taak van natiestaten.

Maar wat als zou blijken dat we elkaar wél kunnen vertrouwen? Voor haar onderzoek naar deze vraag kreeg de Amerikaanse econome Elinor Ostrom in 2009 de Nobelprijs voor economie. Haar leven lang verzamelde ze wereldwijd empirisch materiaal over het beheer van “commons” zoals gemeenschappelijke visvijvers, bossen en irrigatiekanalen. Haar onderzoek toont ontegensprekelijk dat mensen er heus wel in slagen om gemeenschappelijke goederen samen te beheren, zolang ze maar met elkaar kunnen communiceren. Iets waarmee de wiskundige modellen geen rekening hadden gehouden.

Lange tijd veronderstelden we op basis van wiskundige argumenten dat voor onze centrale instituties geen alternatief bestaat. Maar toen iemand op het idee kwam om de aannames waarop die argumenten gebaseerd zijn, zelf eens te onderzoeken, bleken die helemaal niet te kloppen. De “tragedy of the commons” is geen natuurwet, maar een resultaat van een toevallige historische omstandigheid. Door de Industriële Revolutie werd de productieschaal globaal, terwijl onze communicatiemiddelen niet evenredig meegroeiden. Op kleinschalig niveau bleven commons bestaan, maar op globaal niveau konden ze niet meeschalen en namen andere instituties de economie over.

De digitale revolutie maakt momenteel een eind aan deze situatie. Ook communicatie is plots globaal geworden. Daarmee kunnen commons in principe opnieuw opduiken. En dat is precies wat er vandaag gebeurt met Wikipedia, YouTube en Linux. Denkers als Jeremy Rifkin en Michel Bauwens noemen het “collaborative commons”. Het zijn geen markten maar platforms die worden gereguleerd door dezelfde mensen die ze gebruiken. Ze zijn de basis voor nieuwe visies op economie zoals collaboratieve economie, peer-to-peer economie en deeleconomie.

Dat plots allerlei alternatieve economische wereldbeelden opduiken is geen toeval. Het bestaan van bijvoorbeeld Wikipedia is niets minder dan een anomalie voor ons klassieke economische denken. Het platform kent geen financiële incentives en wordt niet van bovenaf gereguleerd. Toch slagen gebruikers erin om door zelfregulering hun individuele arbeid collectief productief te maken in wat ondertussen de grootste, goedkoopste en meest geconsulteerde encyclopedie ter wereld is.

Deze omwenteling in het economisch denken illustreert de manier waarop paradigma’s ons denken structuren. Paradigma’s zijn aannames over de wereld die we maken om ons onderzoek overzichtelijk te houden. Ze zijn de voorwaarden voor verder onderzoek en worden zelf dan ook zelden onderzocht. Wanneer die aannames worden ondermijnd, kan dit leiden tot een shift niet enkel van die aannames zelf maar ook van alle kennis die op die aannames werd gebouwd. Dit is wat Thomas Kuhn een wetenschappelijke revolutie noemt. Het werk van Elinor Ostrom is een voorbeeld van een wetenschappelijke revolutie.

dinsdag 1 maart 2016

Met #HackingBugs aan autonomie en creativiteit winnen

Er is iets verloren gegaan in onze maatschappij. Om eerlijk te zijn, er zijn meerdere dingen verloren gegaan. Vertrouwen in zogezegd duurzame producten kunnen we niet meer, zeker na het Volkswagen schandaal. Maar ook ons individueel zelfbeschikkingsrecht, onze autonomie erodeert stukje bij beetje.

Het is tijd om een vervolg te breien op duurzaamheid 1.0. 1.0 gaat uit van één richtingsverkeer, van expert via producent naar consument. Binnen deze benadering wordt duurzaamheid meestal op tastbaar niveau bepaald. Gekoppeld aan de vele normeringen zorgt dit ervoor dat oplossingen meer en meer op elkaar lijken. Daarnaast zijn we vergeten hoe we ons eigen huishouden zelf-ondersteunend kunnen maken. We weten niet meer hoe we zelf onze eigen kleren kunnen herstellen, hoe schorseneren smaken of dat onze tuin eigenlijk de ideale locatie is voor de productie van onze eitjes.

Opbouwen
Het is tijd voor over te gaan op duurzaamheid 2.0. Bij 2.0 is het aan de gebruikers om het duurzaamheidskarakter van oplossingen vorm te geven. De traditionele ‘consumenten’ worden ‘producenten’ van de toepassingen voor hun eigen huishouden. Hierbij is er naast het tastbare niveau ook ruimte voor de zachte facetten zoals ervaring van geluk of rust. Is er een defect of een fout in het ontwerp, dan kan je dit zelf eenvoudig en snel aanpassen. Door ideeën en ontwerpen te delen met anderen ontstaat een grote diversiteit aan oplossingen. Heb je weinig middelen (tijd, materiaal, ruimte, etc) dan kan je al tot werkbare oplossing komen. Heb je veel middelen dan kan je het voor jou optimaalste huishouden opbouwen. Met een focus op ‘opbouwen’ i.p.v. als consument samenstellen.

Blockchain
Wij geloven dat wat verloren is gegaan op een creatieve en collectieve manier terug in leven geroepen kan worden! We’re #HackingBugs in ons persoonlijk leven! En dit mag je vrij letterlijk nemen. Door een combinatie van uitmuntig zijn, speelsheid, handigheid en exploratie willen we met Domestic Bugs Gentenaars inspireren en activeren om thuis insecten te kweken en eten. Dit peer-to-peer initiatief is gestart met beperkte middelen en laten we organisch groeien. De komst van The Blockchain zou onze droom kunnen waarmaken om deze benadering wereldwijd te verspreiden.

En #HackingBugs kan nog grootser! Onder bugs kan je naast insecten ook de errors of beperkingen van ‘het systeem’ begrijpen. #HackingBugs heeft vele invullingen, denk maar aan the tiny house movement of de sugru community. Centraal staat creativiteit en autonomie. En oplossingen kunnen bovendien zeer snel tot stand komen!

Ga jij net zoals ons ook over tot #HackingBugs?

(Deze tekst verscheen oorspronkelijk op zeronaut.be en merelclaes.com)